zondag 22 april 2012

Zuidelijke Ringweg

Vanmiddag reed ik via de zuidelijke ringweg naar het sportcomplex op Corpus den Hoorn. De hockeywedstrijd GHBS Dames 1 – Wijchen Dames 1 had mijn belangstelling.
De maximumsnelheid op de ringweg is 70 km per uur. Bij deze snelheid griste ik, stuur stevig in de linkerhand, de camera uit de tas die rechts naast me lag, verwijderde het kapje op de lens, liet me links passeren door een vrolijk gezin dat koers zette richting Drachten en rechts door een paardentrailer, die de afslag naar Zuidhorn verkoos.
Het was me te doen om dit beeld:



Felle zon en zware bewolking beconcurreren elkaar. Dat maakt de wereld mooi.
Dat blijkt.

We zien links drie dozen gestapelde sociale woningbouw van Dominique Perrault, een gerenommeerd architectenbureau uit Parijs en rechts de Gasunie van Alberts & Van Huut, een bureau dat in al haar ontwerpen geen enkele vierkant verwerkt. Dat krijg je met organische architectuur. De Gasunie werd door lezers van dagblad TROUW in 2007 gekozen tot mooiste gebouw van Nederland.


Het werd overigens een trage, saaie wedstrijd waarin weinig gebeurde. GHBS verloor met 1-2.


maandag 16 april 2012

Matthaüs Passion

Stefan Vladar is de dirigent. Hij staat klaar. Zijn armen richten zich ten hemel, het monotoom gefluister en het saaie geroezemoes van het publiek verstommen. Enkele magische seconden volgen. Dan worden de eerste droeve noten in mineur ingezet. Je wordt onmiddellijk gevloerd, kippenvel, je belandt van het ene op het andere moment in een thriller.
Een Hitchcock.

Het plot ontrolt zich voor je neus: Jezus strompelt moeizaam met houten kruis de berg Golgotha op. We volgen zijn lijdensweg. We zijn getuigen van het laffe verraad van Judas en van de sadistische martelingen die JC *) moet doorstaan tot hij, afdoende vastgespijkerd aan het kruis, overlijdt.
De Matthäus Passion wordt alom beschouwd als het mooiste muziekstuk dat ooit is gemaakt. Misschien is dit ook wel zo. Drie uur Duitse barok, gebaseerd op twee hoofdstukken uit het bijbelboek Matthäus, Nieuwe Testament.
Het werk is opgebouwd als een kruis: het eerste deel bestaat uit 35 vrij korte liedteksten, het tweede uit 42 stuks. Duidelijk dus: het eerste, korte deel verbeeldt de horizontale balk en het wat langere, tweede deel de  verticale. Waar de planken elkaar verbinden, daar stelt Jezus in het eerste deel dat Petrus hem zal verloochenen en als we, via de verticaal, op dezelfde plek in het tweede deel terechtkomen dan herinnert Petrus zich wat Jezus in het eerste deel had voorspeld. Jezus kreeg uiteindelijk gelijk!
De opstelling van het gespiegelde orkest, beide in identieke instrumentale samenstelling, zou overigens ook de symbolische betekenis van het kruis hebben. Misschien dat het harmonium daarom, geheel ongebruikelijk, tussen beide orkestjes is geplaatst. Deze positionering draagt immers bij aan de gewenste symmetrie. Normaal treffen we dit soort instrumenten immers wat weggestopt ter linkerzijde aan.
Hieronder enkele observaties tijdens de uitvoering van de Mattheüs Passion door het Noord Nederlands Orkest rond Pasen, 2012.
In het eerste deel wordt het 40-koppige koor ondersteund door 22 koorknapen uit Roden. Ze zijn gekleed in groenwitte gewaden, een kleurstelling die onmiddellijk doet denken aan die van FC Groningen.  Zo vroom ze zijn, hoe naar de associaties met het sexueel misbruik in de katholieke kerk in de jaren ’50 en ’60, dat nu door de Commissie Deetman wordt uitgespit.

Terug naar de Matthaüs Passion.
Van een alt krijg ik het altijd op de heupen: met alle respect voor de volkomen beheersing van deze stemtechniek  en het hoge bereik ervan, maar mij doet het  pijn aan de oren. Jimmy Sommerville van Bronski Beat kon er wat van, maar zeker ook deze alt, David Allsopp. Met beiden een ovalen hoofd lijken ze wat op elkaar. Misschien dat ze daarom zo mooi en idioot hoog kunnen zingen.
Het strijkje tijdens de delen # 46 en # 47 doen me denken aan het decadente fin de siècle van Wenen.  Het doet nogal vreemd en ongepast aan in een muziekstuk dat eigenlijk de intentie heeft te komen tot gebed en meditatie.
Maar goed: het lijden van Jezus gaat voort en hij ondergaat het allemaal gelaten. Panajotis Iconomou vertolkt deze rol. Al zijn partijen zingt hij met alle gemak en souplesse uit zijn hoofd. Hij doet dit met een sterke uitstraling. Hij doet denken aan Jezus, zoals Albrecht Dürer Jezus in een  gravure klassiek heeft weergegeven. 

Iconomou heeft ogenschijnlijk een beperkte rol in het geheel. Maar deze is indrukwekkend. Aan zijn fysieke aanwezigheid kunnen we niet omheen. Iconomou is ferm van postuur. Zolang hij geen rol heeft, dan zit hij  ongemakkelijk onderuit gezakt en ogenschijnlijk afwezig in een kantoorstoel die voor hem veel te klein is. Daarbij heeft hij voortdurend zijn vingers als in gebed ineengevouwen. Is hij in slaap gesukkeld, is hij met zijn gedachten elders of bereidt hij zich voor op zijn moment suprême, de sterfscène van Jezus. Het kan allemaal!


‘Eloï, Eloï. Lama sabachtani?’ Wanneer Iconomou dit zingt, dan ben je als weldenkend mens geneigd ineens gelovig te worden.
Met het componeren van de Matthäus Passion begon Johan Sebastian Bach (1685-1750) in 1727.





Twaalf jaar later was de klus geklaard. We zien de componist hierboven, geklemd tussen een houten opbergkast en een orgeltje. Qua outfit sluit hij naadloos aan bij The Beatles, zoals zij op de lp Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band (1967) figureren. Evenals deze lp is de Mattheüs Passion een briljant monument, een artistiek spektakel en een commercieel succes van de bovenste plank. Zowel de Matthaüs als Sgt. Pepper switchen -muzikaal gezien- razendsnel en met alle gemak  van ieder tempo, sfeer en stijl naar het andere.
Jan Rot, zanger en songwriter van de Groninger new-wave band Streetbeats ( Groninger Springtij, 1977) heeft een hertaling gemaakt van de tekst van de Matthäus Passion. Daarmee heeft hij de inhoud ervan voor de mensen toegankelijker gemaakt. Met respect voor het origineel is daarbij geen achtste noot gesmokkeld en geen klemtoon verplaatst. Als voorbeeld het recitatief #40. We lezen eerst de vertaling van de oorspronkelijke Duitse tekst van Bach. Daarnaast die van Rot.



Kortom: van veel naar minder onduidelijkheid.


Overigens schreef Bach die bijbelteksten niet zelf. Zijn vriend C.F. Henrici nam dit voor zijn rekening en wel onder het pseudoniem Picander. Hij was van alle markten thuis: postbeambte, belastingambtenaar, wijninspecteur en blijspelschrijver.


Genoeg hierover. De Paasartikelen zijn inmiddels bij Albert Heijn voorzien van een '35% korting-sticker'. Dan weten we wel hoe laat het is..


Hoe dan ook, voor dit jaar hangt hij weer.


_________________________________________________________________
*) JC
De initialen JC staan natuurlijk niet alleen voor Jezus Christus, maar ook voor veel namen die op enigerlei wijze in sport, cultuur, politiek en wetenschap er toe doen: John Cleese, Johan Cruyff, Jacob Cats, Jan Cremer, Jimmy Carter, Julius Caesar, Johnny Cash, Job Cohen, Joe Cocker, Jacques Chirac, Jim Capaldi, Jim Croce, Jacques Cousteau. Het houdt niet op.

Alphonse

Een wat onhandige draai bij het binnenhalen van een wasdroogrekje vanaf een Frans balcon heeft vorige week mijn nek vastgezet. Dat brengt allerlei gevoeligheid rond de wervelkolom met zich mee. Een en ander straalt fijntjes uit naar de achterkant van de bovenbenen. Neurologisch allemaal simpel te verklaren. Maar wat heb je daar aan als je er mee zit.
De huisarts was alleen voor spoedgevallen aanspreekbaar. Van een dergelijke urgentie was bij mij echter geen sprake. Toen dacht ik aan Alphonse.
Alphonse is werkzaam in de paramedische hoek. Hij raadde me ooit aan me tot hem te wenden bij klachten rond de ruggengraat. Als bewegingswetenschapper beschikt hij over de vereiste kwalificaties.
Daar zat ik in zijn wachtkamer en ik verwonderde me over de stapels flyers, brochures en visitekaartjes die ik verspreid zag liggen op een centraal geplaatste tafel: het lezen van je eigen aura, podotherapie, transparante lichaamstherapie, bewustzijnsontwikkeling, de werkelijke fantasieën, yoga, dansmeditatie, yin en yang. 

Het kon allemaal niet op.
Onbedoeld was ik beland in de cryptische wereld van spiritualiteit en esoterie, een wereld die volstrekt de mijne niet is. Maar goed, voor dit moment was er geen weg meer terug.
Mijn gedachten gingen onwillekeurig naar een cartoon van Gummbah, waarin deze geheimzinnigdoenerij mooi en subtiel gelaagd wordt neergezet.


Goed.
Tijdens het telefoongesprek, waarbij ik deze afspraak maakte, zette ik Alphonse mijn klacht uiteen.  

Ik hoor kou en warmte’, was zijn eerste indruk. Onmiddellijk had ik kunnen bevroeden met een therapeut van doen te hebben die het met de wetenschappelijke aanpak niet zo nauw neemt. Ook in de behandelkamer bleek Alphonse aan een half woord meer dan voldoende te hebben. De folders in de wachtkamer verklaarden veel.
Vervolgens: het stellen van de diagnose. Mijn linker been omhoog, dan mijn rechter, en dit nogmaals. Voorts enkele varianten op deze exercitie. Dan rap de behandeltafel op: wat ferm gekraak en gedoe in uiteenlopende scenario’s. ‘Goed dat je duidelijk op de pijnprikkels reageert: dan doet het wat met je!’

Voilá.
'Je kunt hier pinnen!' zei Alphons vervolgens. Dat vond ik een ter zake doende opmerking.
Mijn zorgverzekering vergoedt in 2012 achttien behandelingen van een fysiotherapeut. Gratis en voor niks. Met praktijken als deze laat Menzis zich echter niet in. Maar het verlangen naar welbevinden ging met mij én met € 38, - aan de haal.
Dagelijks neem ik met de fiets het Trompbruggetje over het Verbindingskanaal, heen en weer. Het is een geliefde fiets- en loopverbinding tussen Groningen-Zuid en de binnenstad. Over de breedte van het bruggetje liggen brede dikke planken. De tijd en achterstallig onderhoud hebben het fietsen hierover tot een onplezierig gehobbel, geschok en geschud gemaakt.





Als ik nu het bruggetje passeer ga ik uit voorzorg snel van het zadel af: dan trilt het minder Spartaans naar de gevoelige rug. En het gaat meer en meer met minder fysiek ongemak. Hoe zal dat komen, vraag je je dan af.
Alphonse?
We zullen het nooit weten.