zondag 16 september 2012

Amalfi, zomer 2012



We waren op vakantie in Zuid-Italië, de omgeving van Sorrento, gelegen aan de Golfo di Napoli.

De Duitse Autobahn zou je op reis daar naar toe het liefst willen overslaan. Maar je kunt niet zonder. Eenmaal goed op dreef, dan begrijp je de gelijknamige compositie van Kraftwerk (1974): een monumentaal en monotoon loflied op het Duitse wegennet.



Een BMW en een Audi, meest in modieus hagelwitte lak uitgevoerd, zie je heel even in je achteruitkijkspiegels in slalom van de ene naar de andere baan op je af razen en vervolgens in gelijke volle vaart vóór je achter de horizon verdwijnen. Hautain en intimiderend, zo ervaar ik genoemde merken op de weg. Je bent wat je rijdt. Niettemin, de Duitsers zijn me lief: het zijn vriendelijke en bescheiden buren met een onbeholpen elegantie.

Goed.

De Alpen vormen de massieve grens tussen Noord- en Zuid-Europa. Deze neem je niet zo maar. Daartoe dient het gemak van de Gotthard, een heldere, halfronde tunnel. Desondanks tricky. Twee strakke rijbanen met in het midden daarvan een dwingende dubbele streep maken het gebruik ervan tot een ongewis avontuur. Onheil uit het verleden voedt dit onzeker gevoel.
Na 17 km tunnel waan je je in de de Méditerranée. Het is wat het lijkt, want het kanton Ticino is de Zwitserse variant op Italië. Wanneer uiteindelijk het strak aangeharkte en het haast neurotisch geordende plaats maakt voor het rommelige en chaotische dan ben je pas in Italië.
De autostrada liggen er overal mooi, strak en zwart bij. Wanneer een Alt Stazione je reis hinderlijk onderbreekt voor het betalen van tol, dan is het altijd weer opmerkelijk te zien dat er nauwelijks gelegenheid is om met een bankkaart de zaken financieel af te wikkelen: negen poortjes cash en één bancomat. Italianen prefereren de klinkende munt. Dat is duidelijk en dat geeft te denken.

Na Griekenland heeft la paesa bella van alle landen binnen de Europese Unie de meest zware financiële last in de eurocrisis. Ik las tegen deze achtergrond een heldere analyse van journaliste Yvonne Zonderop in deVolkskrant, getiteld ‘Het verkennen van de toekomst is niet het monopolie van de rekenaars’. Diezelfde dag frappeerde me fraaie graffiti in Napels. Deze sloot kernachtig en inhoudelijk naadloos aan op het betoog van Zonderop.



Je interpreteert dagelijkse dingen die misschien getuigen van de ernst waarmee deze financiële crisis het dagelijkse leven van de mensen raakt: kromgetrokken billboards waarop verweerde, rafelende en fladderende affichage. Oud papier. Budget voor een verse reclamecampagne, dat is er kennelijk niet. 

Op microniveau het volgende.

In Vico Equense nam ik ’s morgens op het terras op de Piazza Umberto een ristretto. Toen ik er na vier dagen € 1,50 voor moest betalen, wendde ik me tot de barrista en wel met de mededeling dat ik er gebruikelijk € 0,90 voor betaal. Onder gemor werd een en ander geschikt. Kennelijk werd ik door hem als een terloopse passant aangemerkt: deze licht je simpel op met een prijsverhoging van ruim 66%. 

Kruimelwerk en Flikkerij. 

Bij de koffie scan ik de koppen van Il Mattino, een regionaal Napolitaans dagblad. Het strooit graag met gekleurde staafdiagrammen en inzichtelijke infographics welke de ernst van de Italiaanse eurocrisis plaatst binnen de Europese Unie. Daarbij neem je onwillekeurig ook Olanda terloops mee. Dan blijkt dat de economische en financiële perikelen Nederland uiteindelijk nauwelijks raakt. Een politiek issue. Goed beschouwd, dan gaat het ons immers, als een van de meest welvarende landen ter wereld, voor de wind. Tegenwind, die neem je voor lief.

Hoe dan ook, met boter op hun hoofd houden de Italianen hun zelf gekozen politici verantwoordelijk voor de financiële ellende waarin deze het land hebben gestort. Illustratief is onderstaande tekst die ik ergens op een aluminium wandje aantrof.




Een en ander is zorgvuldig, duidelijk en kennelijk in alle rust met blauwe spuitbusverf aangebracht. Vervolgens werd deze met een donkere teint blauw hier en daar geaccentueerd. Het geeft een duidelijk en sterk statement:

Voor Burlesconi geen enkele vergiffenis meer; geef hem maar condooms.

Overigens staat er in de eerste regel niet datgene wat je leest. We hebben hier te maken met een fenomeen uit de Gestaltpsychologie: je leest geen afzonderlijke letters, maar je anticipeert op datgene wat je verwacht  dat er staat. Lees derhalve betreffende afbeelding plus de vertaling ervan nogmaals om te zien wat je wellicht niet las.

Hoe dan ook, klare taal, de kracht van muurtaal. 

Op een vuilcontainer, om de hoek van het fameuze Café Cambrinus in Napels, trof ik deze tekst:



Een allesbehalve subtiele tekst die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat. Het handschrift verraadt haast. Dit soort tags plaats je immers niet met alle gemak en op kunstzinnige wijze. En zeker niet zonder risico. Deze verwijst ondubbelzinnig naar de onvrede met de macht van de georganiseerde misdaad. Deze zit in deze regio vastgenageld in het maatschappelijke en politieke leven.

We bezochten Pompeii. Op een muur lazen we verkiezingsretoriek avant la lettre. Rond de weken dat de Versuvius er zijn verwoestende werk deed vonden in Pompeii gemeenteraadsverkiezingen plaats. We zitten in 76 nC.



Het is een afbeelding die veel indruk maakt, vooral omdat politieke partijen bijna twee duizend jaar later hun propaganda nog steeds op identieke wijze voeren. Op door de overheid geplaatste billboards weliswaar, maar toch! 

Andere koek.

Het Italië van de jaren ’60, wordt in films van Antonioni, Fellini en Pasolini verbeeldt met een jeugd op sensueel vormgegeven Lambretta’s en Vespa’s, een jeugd die blaakt van vitaliteit en blijmoedigheid.
Deze romantiek is er inmiddels behoorlijk van af. In het dagelijks verkeer duiken tegenwoordig knetterende lawaaimachines als Honda en Yahama vanuit iedere richting als horzels op je af, ze jagen met volle snelheid door het verkeer en duiken, met een verachting voor welk gevaar dan ook, berekenend in elke ruimte die hen even lijkt gegund.

Knettergek.

Nieuwsgierig, maar vergeefs zocht ik naar statistieken van fatale ongevallencijfers met scooters in Nederland én in Italië. Je gaat op zoek naar cijfers die je vooringenomenheid in deze statistisch onweerlegbaar onderbouwen. Gelijk halen, daar gaat het om. Had ik deze cijfers gevonden en de resultaten lagen volstrekt anders dan verwacht, wat doe je dan? Selectief winkelen?  Wat in je straatje past, daar kun je wat mee. En zo niet, dan is het er gewoon niet. Werkt dat zo? Deze gedachten ter zijde.

Het verkeer in Italië is van een zonderlinge, idiote en enerverende soort. De verkeerswettelijke regelgeving die in feite niets aan duidelijkheid te wensen overlaat lapt iedere verkeersdeelnemer consequent aan zijn laars (sic). De een moet het voortdurend voor de ander ontgelden: kortom, de wet van de jungle heerst. Geen enkele andere doet er toe. Lompheid is de norm. In het openbaar vervoer vraagt dit bijvoorbeeld om buschauffeurs die zich in deze eindeloze draaikolk kranig weten te beheersen. Naast hun praktische vaardigheden worden deze bij hun sollicitatie vooral gescreend op hun stressbestendigheid. Als passagier waardeer je dan ook de gemoedelijke rust en het ogenschijnlijk gemak waarmee de chauffeurs hun bus door deze hectiek weten te laveren. Ik geef je het te doen.

Totdat we werden opgezadeld met een die in onze korte, maar onvergetelijke rit van Piano naar Vico Equense, en later die dag weer terug, zijn bus genadeloos en zonder mededogen over gescheurd asfalt en wat dieper liggende putdeksels afranselde en en passant zijn reizigers er ook nog eens verbaal flink van langs gaf.

Enfin.

Gebruik van een auto in deze regio, daar moet je vooral niet aan beginnen. Waar je parkeergelegenheid waant tref je in het trottoir kostbare marmeren tegels aan met de tekst PROPRIETA PRIVATA. Duidelijke taal: deze markeren het erf van de baas. Enfin, de letters zijn er schrap en met scherpe schreef in gefreesd. Het is een statige, klassieke letter die sterk doet denken aan de Times New Roman. Toch is deze hier en daar subtiel wat anders. 

Hoe dan ook, een trottoirtegel, een gedicht, een grafzerk: 



De boemel voerde ons rap via stille, achteraf gelegen en vieze plekken waar veel afval gedijt. Deze troffen we tijdens gereis van Sorrento naar Napels, Napoli,NeoPolis: de Nieuwe Stad. Deze rit voert 40 km langs overwegend urbaan gebied. Met acht jaar zonnepanelen op eigen dak, dan valt het volledig ontbreken ervan in deze zonovergoten contreien je onmiddellijk op.

Napels bezochten we tijdens onze vakantie drie keer. Het is een stad met historie, zoals elke deze heeft. Napels zien, dan sterven blijkt een misplaatste aanbeveling. Paris heeft, wat mij betreft, veel betere papieren.

Napels stinkt naar tweetakt en diesel. Van deze en alle andere onbenoembare vervuiling raken je ogen geïrriteerd. De vuilnis van deze regio wordt sinds kort systematisch in Delfzijl gedifferentieerd verwerkt. Logistiek misschien een idioot feit, maar voor vuilverwerkingsbedrijven kan het nooit op. Van Ganzewinkel raakt treffend de kern: Afval bestaat niet.Napolitanen denken daar volstrekt anders over. 

Zoals gezegd verblijven we in Zuid-Italië. Vijgenbomen, oleanders, cipressen, maar vooral de citroenbomen bepalen de flora. Je geniet van de niet te benoemen warme geur en de eindeloze zwoelte. Het krakelend en elektronisch aandoend gekras van krekels daar aan toegevoegd maakt sfeer, beeld en geluid tot de mêlee dat de Méditerranée is.

Het is inmiddels wat later in de avond. Dartel geluid van spelende kinderen dwarrelt op ons af, het is geluid dat me lief is. Een eindeloze en onbegrijpelijke dialoog tussen twee blaffende honden in het dorp voegt zich daar aan toe. Ze houden ons én hun zelf uit de slaap.

Enfin, vandaag werd gisteren en gisteren vandaag.


donderdag 13 september 2012

Babel



Ik werd gebeld door Suzanne

Belangstellend vroeg ze me hoe het me op Malaga was vergaan.

Die vraag zette me op het verkeerde been.



Nu ken ik meerdere Suzannes en zij blijkt meerdere mannen te kennen die Coen heten.

Na een dialoog van korte duur vroegen we ons beiden af of we wel waren die we schenen te zijn.